Rituelen
Een ritueel is een uit meer onderdelen bestaande aaneenschakeling van symbolische handelingen.
Steeds meer mensen geven zelf vorm aan hun rituelen.
Ze geloven op hun eigen manier en worden daarbij geïnspireerd door godsdiensten en stromingen die ons land herbergt, of zijn gebaseerd op oude volks- en natuurgeloven.
Wierrook stokjes branden, het maken van een persoonlijk altaar, het dagelijks laten terugkeren van een dankgebed, een meditatieoefening, of het tekenen van mandala’s zijn voorbeelden van zelfgekozen rituelen.
Uit: Bewust leven, bewust sterven van Stephen Levine, Servire, Utrecht, 2006.
Maar ook het regelen van je eigen begrafenis, of het opmaken van je levensbalans, of het maken van de boom des levens aan de hand van je voorvaderen kunnen gezien worden als een rituele benadering van afronden.
Al deze manieren dragen bij aan de voltooiing van je leven of om tot acceptatie te komen van je leven zoals het is geweest en zoals het nu is. Rituelen als deze worden gebruikt om door een ‘transformatieproces’heen te komen. Ze wekken emoties op of versterken de emoties waardoor de beleving van een gebeurtenis intenser wordt en besproken, doorleefd en geaccepteerd kan worden.
De behoefte aan rituelen is van alle tijden en alle volkeren. De drie belangrijkste gebeurtenissen in een mensenleven die met rituelen worden omkleed zijn de geboorte, het huwelijk en de dood.
Bij de Romeinen was het gangbaar om tijdens het feest van Rosaria rozenblaadjes op de graven van gestorvenen te strooien. Rozen werden geassocieerd met eeuwig leven en een ontbladerde roos was het symbool van sterfelijkheid.
Nu nog steeds worden als laatste groet bij een overledene rozenblaadjes gestrooid bij het graf.
In de landen als Noorwegen en Finland speelt de boom een belangrijke rol.
Bij de dood wordt op een grafzerk een geknakte boom geplaatst – het leven is beëindigd – of op de urn wordt de tak van een bepaalde boomsoort aangebracht.